Wetsvoorstel Wet vaste huurcontracten
Na Opkoopbescherming, gewijzigde Box 3 heffing, Wet goed verhuurderschap en de regulering middenhuur staat momenteel de spotlight op het wetsvoorstel Wet vaste huurcontracten. Gisterenavond vond het plenaire debat plaats over dit wetsvoorstel. Het verslag daarvan kunt u hier vinden. De stemming staat gepland voor 18 april 2023. Duidelijk is echter dat het wetsvoorstel waarschijnlijk op veel steun kan rekenen.
Wat houdt het wetsvoorstel in?
Het initiatief wetsvoorstel Wet vaste huurcontracten, dat afgelopen september door Nijboer en Grinwis is ingediend, heeft als doel de huurders beter te beschermen door de sinds 1 juli 2016 bestaande mogelijkheid om tijdelijke huurovereenkomsten te sluiten (van maximaal twee jaar voor zelfstandige woonruimte) terug te draaien. Dit teneinde huurders te beschermen tegen de negatieve gevolgen van de woningnood en ongelijke machtsposities.
De voorgestelde wetswijziging leidt er toe dat verhuurders voortaan in principe alleen nog vaste huurovereenkomsten kunnen aanbieden, met andere woorden: huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd. Tijdelijke verhuur blijft in de volgende specifieke omstandigheden wel mogelijk:
- het opnieuw bewonen door de verhuurder of voorgaande huurder (tussenhuur/diplomatenclausule);
- doelgroepencontracten van vijf jaar, op basis van specifieke categorieën voor dringend eigen gebruik (bijvoorbeeld voor jongeren, studenten, promovendi, ouderen en gehandicapten);
- verhuur naar zijn aard van korte duur (bijvoorbeeld vakantie-verhuur);
- verhuur ter voorkoming en vermindering van onnodige leegstand op basis van artikel 15 en 16 van de Leegstandswet;
- generieke tijdelijke verhuur van maximaal vijf jaar voor onzelfstandige woonruimte.
Stand van zaken
De stand van zaken ten aanzien van het wetsvoorstel is hier te volgen.
Mocht u vragen hebben over wat het wetsvoorstel voor uw situatie kan betekenen, neem dan gerust contact op met Cathelijne Otte.
