Saskia Bouwman - 11-07-2022

Selectie op volgorde van inschrijving lijkt Didam-proof

Zeven maanden na het Didam-arrest (HR 21 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1778) ontbreekt het gemeenten veelal nog aan houvast hoe zij hun grondbeleid vorm kunnen geven met inachtneming van de daarin door de Hoge Raad geformuleerde regels. Minister De Jonge schreef de gemeenten een brief over implementatie van het arrest in hun beleid, maar houvast wordt ook hierin niet geboden. Het wachten lijkt op verdere rechtspraak. Op 22 juni jl. wees de rechtbank Gelderland een vonnis (ECLI:NL:RBGEL:2022:3065) in een Didam-kwestie waarin de gemeente het op het eerste gezicht juist wél goed had gedaan.

Eerste selectieprocedure

Deze zaak ging om de verkoop van 23 kavels in een wijk in Zevenaar die in eigendom zijn van de gemeente. In 2021 heeft de gemeente een uitgifteprocedure vastgesteld voor de kavels. De kavels zouden op rangvolgorde van het moment van inschrijving worden toegewezen. Geïnteresseerden die zich al eerder, voor eerdere uitgifteprocedures, hadden gemeld, houden hun inschrijfdatum als ze tijdig hun interesse bekrachtigen. Daarnaast vermelden de voorwaarden nog dat de gemeente gerechtigd is op ieder moment de uitgifteprocedure te staken en dat te melden aan de geïnteresseerden.

De eisers in deze zaak hadden hun interesse bij een eerdere uitgifte kenbaar gemaakt, en deze tijdig bekrachtigd. De gemeente had die bekrachtiging per e-mail bevestigd, en laten weten dat na de vaststelling van de rangschikking ook de concept-koopovereenkomst en kavelprijzen zouden worden toegestuurd. Op 20 december 2021 werd aan eisers de rangschikking gecommuniceerd: zij kwamen in aanmerking voor een kavel.

Aanpassing selectieprocedure

In februari en maart dit jaar maakte de gemeente echter bekend dat de eerste uitgifteprocedure zou worden gestaakt wegens strijd met het Didam-arrest. Een nieuwe procedure zou volgen. Daarbij zou worden geloot onder geïnteresseerden in plaats van de toewijzing op volgorde van inschrijving, en zou geen rekening meer worden gehouden met de eerdere inschrijvingen. Eisers hebben uitstel van deze loting gevraagd en een bodemzaak aanhangig gemaakt. Daarin vorderen zij kort gezegd toewijzing van de kavels conform de eerste procedure en beëindiging van de nieuwe procedure.

Voorlopig oordeel rechtbank Gelderland

Het nu gepubliceerde vonnis is een voorlopige voorziening: gevraagd werd om de nieuwe uitgifte (via loting) te schorsen totdat in de bodemzaak zou zijn beslist. Eisers betoogden dat de eerste selectieprocedure op basis van inschrijftijd voldoet aan het vereiste van de Hoge Raad van een selectie aan de hand van objectieve, toetsbare en redelijke criteria die tijdig zijn bekendgemaakt. Ook het meenemen van de inschrijftijd van eerdere uitgifteprocedures achten zij niet in strijd met de criteria van de Hoge Raad. De gemeente lijkt hier tegenin te brengen dat het niet vooraf duidelijk is geweest dat geïnteresseerden zich al eerder had kunnen melden en daarmee inschrijftijd had kunnen opbouwen. Ook wijst de gemeente op de bepaling dat zij op elk moment de uitgifteprocedure kon staken.

De rechtbank vindt de volgorde van binnenkomst, waaronder ook het 'meenemen' van inschrijftijd van eerdere uitgifteprocedures, objectief en toetsbaar. Dit 'meenemen' was bestendig gebruik en ook in eerdere uitgifteprocedures medegedeeld. Ook acht de rechtbank dit criterium redelijk, omdat de gemeente op deze manier tegemoet komt aan de wensen en belangen van geïnteresseerden die klaarblijkelijk al lang in de gemeente willen (blijven) wonen. Het voorshandse - het gaat immers om een voorlopige voorziening - oordeel van de rechtbank is dat deze systematiek niet in strijd was met 'Didam'. De gemeente had de procedure dus niet hoeven af te breken. De vervolgvraag, of de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld door deze af te breken, beantwoord de rechtbank bevestigend. De eisers mochten ervan uitgaan dat, na het communiceren van de rangvolgorde, het instemmen met de koopprijs en het sluiten van de koopovereenkomst slechts nog een formaliteit was. Dat gerechtvaardigd vertrouwen moet gehonoreerd worden, nu geen andere belangen zich daartegen verzetten. De mededeling dat de uitgifteprocedure op elk moment kon worden afgebroken, maakt dat niet anders. Totdat de rechtbank haar einduitspraak heeft gedaan, mag de gemeente daarom niet verder met de nieuwe selectieprocedure via loting.

Bevindingen

Wat kan de praktijk afleiden uit dit - voorlopige - oordeel van de rechtbank Gelderland?

  • De gemeente Zevenaar krijgt in deze voorlopige voorziening ongelijk, maar op een bepaalde manier krijgt zij ook weer gelijk. Haar oorspronkelijke selectieprocedure van voor het Didam-arrest was al aardig 'Didam-proof'.
  • In dit geval was het afbreken van de gevoerde procedure in strijd met het vertrouwensbeginsel. Het Didam-arrest heeft de aandacht gevestigd op het gelijkheidsbeginsel, maar dit is zeker niet het enige algemene beginsel van behoorlijk bestuur dat de gemeente in acht moet nemen bij de verkoop van grond. Het maximaal gelijktrekken van de kansen van potentiële gegadigden is niet het enige dat telt.
  • Selectie op volgorde van binnenkomst kan voldoen aan het vereiste van 'objectieve, toetsbare en redelijke criteria'.

Deze bijdrage is ook gepubliceerd in de Nieuwsbrief Omgevingsrecht van SDU.