Shira Vrij - 26-03-2018

Raad van State staat categorale uitzondering WNT voor topfunctionarissen ziekenhuizen niet toe

Onlangs bracht ik u in een tweetal blogs; namelijk Update Wet Normering Topinkomens (WNT) en Kabinet wil ontwijking WNT door zorginstellingen de kop indrukken op de hoogte van belangrijke WNT-ontwikkelingen. Er is wederom nieuws te melden.

De WNT normeert de bezoldiging van onder andere topfunctionarissen in ziekenhuizen. Deze normering geldt in beginsel voor iedere topfunctionaris die onder de reikwijdte van de WNT valt. In exceptionele gevallen kan de minister echter een uitzondering toestaan, namelijk indien de WNT adequate bemensing op topniveau onmogelijk maakt (zie in dit kader artikel 2.4 en 2.5 WNT). In dat geval is toestemming voor een hogere bezoldiging mogelijk.

De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) heeft in een jaren durende procedure getracht de minister te verplichten tot het maken van zo'n uitzondering. In november 2015 verzocht zij de minister een afwijking van de bezoldigingsmaxima in WNT ten aanzien van al haar (toekomstige) leden toe te staan. De minister achtte dit onmogelijk en wees het verzoek af. Het daarna door de NVZ ingestelde bezwaar en beroep leidde tot dezelfde uitkomst: geen categorale uitzondering op de WNT voor de leden van de NVZ.

De NVZ gaf de moed niet op en heeft de kwestie in hoger beroep voorgelegd aan de Raad van State. Maar ook daar ving zij bot. De kern van de uitspraak van de Raad van State (en overigens ook van die van de rechtbank en daarvoor van de minister) luidt dat de uitzonderingsmogelijkheid in de WNT geen ruimte biedt voor een categorale uitzondering op de bezoldigingsmaxima. De mogelijkheid veronderstelt dat partijen die een dienstverband willen aangaan, een verzoek kunnen doen voor het maken van een uitzondering. Dat verzoek kan enkel worden gehonoreerd in exceptionele gevallen die individueel zijn onderbouwd.

De NVZ stelde nog dat haar uitzonderingsverzoek moest worden aangemerkt als 100 individuele uitzonderingsverzoeken maar daar ging de Raad niet in mee. De brief waarmee de NVZ haar verzoek had ingediend was namelijk geschreven namens alle leden; er waren geen individuele omstandigheden aangevoerd en er was uitdrukkelijk om een categorale uitzondering verzocht. Bovendien, zo overwoog de Raad ten overvloede, heeft het verzoek van de NVZ de strekking dat wordt toegestaan dat voorafgaande aan de werving van een topfunctionaris een beloning in het vooruitzicht wordt gesteld die hoger is dan in de WNT is vastgelegd. Dat is volgens de Raad niet mogelijk; een hogere beloning kan enkel in een concreet geval worden toegestaan.

Met de uitspraak van de Raad heeft de NVZ alle procedurele mogelijkheden uitgeput. Voor haar (toekomstige) leden geen – categorale – uitzondering op de WNT.