Blogreeks | Nieuwe woonvormen voor ouderen en de juridische kanttekeningen
Ouderen blijven steeds langer in de eigen woning wonen. Soms omdat dit van hen wordt verwacht; soms omdat zij dat zelf graag willen. Dit past in de gedachte van de ‘participatiemaatschappij’. Maar dat vergt veel aanpassing. Niet alleen van de ouderen zelf, maar vooral ook van degenen die het mogelijk moeten maken: de wetgever, de gemeente, de vastgoedontwikkelaar, de woningcorporatie en de geldverstrekker. In de praktijk gaat het aanpassen aan de nieuwe mogelijkheden en wensen niet altijd van een leien dakje.
5 trends in nieuwe woonvormen voor ouderen
Recent deelde Vilans, de landelijke kennisorganisatie voor langdurige zorg, een vijftal trends in nieuwe woonvormen voor ouderen, zoals geconstateerd zijn door ZorgSaamWonen, het landelijke platform voor wonen, zorg en welzijn. De vijf trends die ZorgSaamWonen benoemt, zijn:
1. Collectief wonen in woongemeenschappen;
2. Aanpassingen in eigen omgeving, bijvoorbeeld door kadastrale splitsingen of een woongroep in een flat;
3. Omkijken naar elkaar door elkaar te helpen waar mogelijk en zorg te dragen voor elkaar;
4. Gemengde woonvormen waarin een mix aan bewoners met en zonder zorgvraag bij elkaar wonen;
5. Verfrissende concepten, waaronder het wonen in tiny houses op het perceel van de zorginstelling ter ondersteuning van de zorg.
Juridische kanttekeningen binnen deze nieuwe woonzorgvormen
Aan elke manier van samen leven en wonen kleven juridische uitdagingen. Want hoe wordt de selectie van bewoners georganiseerd? Of de verantwoordelijkheden tussen bewoners onderling? Maar vooral ook: hoe ontstaat duidelijkheid over ieders rechten?
De trends kunnen tot grote juridische uitdagingen leiden. In een reeks van drie blogs worden de trends vanuit een juridisch oogpunt belicht, gebundeld in de onderwerpen:
Blog 1. Wonen op het terrein van de zorginstelling;
Blog 2. Gebruikmaken van de huidige woning: splitsen of bijbouwen;
Blog 3. Samen wonen (maar niet samenwonen).