Waar spuitzones en stikstofproblematiek elkaar ontmoeten
De lelieteelt is in het omgevingsrecht al enige tijd hofleverancier voor de zich nog ontwikkelende jurisprudentie over spuitzones. Maar lelieteelt en de daarin gebruikte gewasbeschermingsmiddelen leiden tot meer bezwaren dan de vraag of de ETFAL wel is geborgd.
Dat blijkt uit de op 2 april 2025 gewezen uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2025:1428).
In die zaak stelde Milieudefensie aan de orde dat er bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de lelieteelt negatieve gevolgen voor Natura-2000 gebieden bestaan.
Verzoek om Handhaving
Milieudefensie had het college van GS van Drenthe gevraagd om handhavend op te treden tegen het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door een lelieteler in Vledder. Die middelen zouden het nabijgelegen Natura 2000-gebied Holtingerveld aantasten terwijl de teler niet over een natuurvergunning beschikte. Het college van GS wees het verzoek af, omdat er geen sprake zou zijn van een overtreding. De rechtbank Noord-Nederland vernietigde dat besluit, waarna partijen in hoger beroep kwamen en er tevens een nieuw besluit werd genomen.
Wat is dan het effect van gewasbeschermingsmiddelen?
De Afdeling oordeelde dat er nog veel onbekend is over de mogelijke effecten van gewasbeschermingsmiddelen in de lelieteelt voor Natura-2000 gebieden. Het door Milieudefensie in het geding gebrachte rapport liet echter zien dat er wel effecten kunnen zijn. Dat had het college van GS niet mogen negeren omdat het voorzorgsbeginsel zich daar tegen verzet. Wanneer onzeker is welke gevolgen een activiteit heeft voor een Natura 2000-gebied, maar er wel aanwijzingen zijn voor negatieve gevolgen, is nader onderzoek noodzakelijk. Zolang dat er nog niet is moet uit voorzorg worden aangenomen dat een natuurvergunning nodig is.
Spuitzone ‘meets’ stikstof
Het college van GS had op basis van een ander deskundigenrapport aangenomen dat een afstand van 250 meter voldoende zou zijn om negatieve gevolgen van gewasbeschermingsmiddelen voor het Natura 2000-gebied uit te sluiten. Die afstand was evenwel niet wetenschappelijk onderbouwd. Bovendien kwam die conclusie voort uit een onderzoek naar effecten van gewasbeschermingsmiddelen op omwonenden (zoals bij het onderzoek naar spuitzones ook aan de orde is) en niet op de gevolgen voor de natuur. Ook het aangevoerde feit dat het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen had toegelaten, maakt het oordeel niet anders. De beoordeling die het Ctgb maakt bij de toelating van gewasbeschermingsmiddelen is namelijk een andere dan het college moet maken bij besluiten op grond van de Wet natuurbescherming, aldus de Afdeling.
Conclusie
De onderzoeken over gewasbeschermingsmiddelen en spuitzones zijn niet zondermeer te gebruiken voor natuurvraagstukken. Sluitende conclusies kunnen nog niet getrokken worden; er is nog veel onbekend en nader onderzoek is geboden. Er is daarmee een nieuwe loot aan de natuurbeschermingsstam gevonden. Niet alleen stikstof, maar ook gewasbeschermingsmiddelen kunnen Natura -2000 gebieden aantasten en uit voorzorg zal vooralsnog al snel een natuurvergunning nodig zijn.
Deze bijdrage is ook gepubliceerd in de Nieuwsbrief Omgevingsrecht van SDU.