Jan Coen Binnerts - 08-10-2019

BLOG | Inhoudelijke terugblik Seminar Aardgasvrij (ver)bouwen

Op 24 september jl. organiseerden Balance en Pot Jonker Advocaten het Seminar Aardgasvrij (ver)bouwen. Nederland heeft de ambitie om in 2050 klimaatneutraal te zijn en het wordt steeds een beetje duidelijker hoe dit moet gebeuren. Tijdens het seminar zijn we ingegaan op het Klimaatakkoord, de verschillende alternatieven voor aardgas en de rol van gemeenten in het maken van een keuze. Aan de hand van praktijkvoorbeelden hebben we bekeken welke rol gemeenten op zich hebben genomen bij het aardgasvrij (ver-)bouwen. Wij blikken terug op een geslaagde en inspirerende middag!

Klimaatakkoord 

Het Klimaatakkoord heeft grote gevolgen voor de gebouwde omgeving. Duidelijk is dat we van het aardgas af moeten. Welke aanpak heeft de regering voor ogen? Welke partijen nemen het voortouw? Wordt er regelgeving opgesteld om de warmtetransitie te bevorderen? En wat betekent de Omgevingswet hierin? Henry Staal van Balance gaf met Pot Jonker Advocaten de antwoorden op deze vragen.

Transitievisie gemeenten

Het Klimaatakkoord schetst de wijkgerichte aanpak om gebouwen aardgasloos te maken.  Gemeenten krijgen de regie; zij zullen in een transitievisie warmte per wijk aanwijzen wanneer die van het aardgas afgaat en aangeven welke techniek daarvoor in de plaats komt. Voor een wijk die vanaf 2030 aardgasloos moet zijn, moeten de plannen worden uitgewerkt in uitvoeringsplannen. Een onafhankelijk energieloket, werkzaam onder verantwoordelijkheid van de gemeente, zal vervolgens gebouweneigenaren en stakeholders informeren over de uitvoeringsplannen. Uit het Klimaatakkoord blijkt dat de huursector als de startmotor van de warmtetransitie wordt gezien.

Aanpassing regelgeving

Om ook particuliere woningeigenaren duidelijkheid te geven en te motiveren om van het aardgas af te gaan, is aanpassing van regelgeving noodzakelijk. Dit is niet precies uitgewerkt in het Klimaatakkoord, maar onder andere het aanpassen van de Omgevingswet en Gaswet staan op de planning. Aannemelijk is dat de Gaswet zal worden gewijzigd om het recht op levering en de plicht tot onderhoud te kunnen beperken en tevens een einddatum aan het gebruik van aardgas te kunnen stellen.

“De huursector is de startmotor van de warmtetransitie in de gebouwde omgeving. Om particuliere woningeigenaren duidelijkheid te geven en te motiveren om van het aardgas af te gaan, is een einddatum voor gebruik van aardgas nodig en aanpassing van de Gaswet.”

Aardgasvrije concepten | Henry Staal

Inmiddels is voor nieuwbouw aardgasvrij bouwen al standaard. Voor de bestaande bouw is de uitdaging om te komen tot aardgasvrij nog groot. Welke verschillende technieken zijn er in de startanalyse, wat betekent dit bijvoorbeeld voor het isolatieniveau van gebouwen en wat kunnen we verwachten van aardwarmte? Henry Staal gaf hierover helderheid tijdens het seminar.

Technieken in de startanalyse

Vanaf 15 oktober is de startanalyse 0.8 voor gemeenten beschikbaar. Dit is een technisch-economische analyse op basis van landelijke data, die door het PBL gemaakt is in rekenmodel Vesta MAIS. Deze biedt op buurtniveau voor vijf aardgasvrije warmtestrategieën een eerste beeld van de technisch-economische en duurzaamheidsgevolgen zoals nationale kosten, energievraag, CO2-uitstoot.

De wel al openbare leidraad voor de startanalyse 0.8 geeft gemeenten een handreiking met tips en richtlijnen. Deze kunnen de startanalyse verreiken met een eigen analyse op basis van lokale data afkomstig van de gemeente en (lokale) stakeholders.

De vijf uitgewerkte warmtestrategieën in de startanalyse zijn gebaseerd op twee temperaturen:
1. een middentemperatuur, zoals warmtenet, hybride warmtepomp en HR-ketel met duurzaam gas, allen met een aanvoertemperatuur van 70 graden Celsius.
2. een lage temperatuur (all-electric) met een aanvoertemperatuur van 35 graden Celsius.

Voorbeeld kosten energielabel particuliere woning

Om een al geïsoleerde, bijvoorbeeld jaren ‘50 tussenwoning naar label B of C te brengen moet men rekening houden met bijna 10.000 Euro aan extra isolerende maatregelen waarna de woning met een middentemperatuursysteem verwarmd kan worden. Wil je dezelfde woning naar label A of beter brengen? Dan moet gerekend worden op isolerende maatregelen van al bijna 25.000 Euro waarna je woning met een lage temperatuur kan verwarmen. 

De verwachting van aardwarmte

Aardwarmte kan een belangrijke game-changer worden in de warmtetransitie. In het vorig jaar verschenen Masterplan Aardwarmte wordt uitgegaan van een sterke groei van nu 20 aardwarmtedoubletten naar 175 in 2030 en 700 in 2050. Medio volgend jaar worden de uitkomsten van de sysmologische campagne van EBN bekend. Ik ben benieuwd of de vermoedens van een game-changer worden bevestigd.

Rollen gemeenten | Jan Coen Binnerts

Gemeenten zijn de “regisseurs” van de warmtetransitie die waar nodig knopen moet doorhakken voor de keuze van het alternatief voor aardgas. Een van die keuzes is de aanleg van een warmtenet. Maar wie legt dit aan? En wil de gemeente eisen kunnen stellen aan de uitvoering of laat zij dat over aan marktpartijen? Wanneer moet worden aanbesteed en in hoeverre kan een gemeente (staats-)steun verlenen aan het project? Jan Coen Binnerts gaf inzichten waar de geïnteresseerde luisteraars mee verder kunnen.

Vier mogelijke rollen van gemeenten

De mogelijke invulling van de rol van de gemeente bij aanleg van een warmtenet wordt ingedeeld in vier rollen. De gemeente als facilitator c.q. vergunningverlener veronderstelt een bruisende markt vol initiatieven, die alleen maar in goede banen hoeven te worden geleid. Het andere uiterste is de gemeente die het allemaal zelf doet, bijvoorbeeld via een overheidsvennootschap die netten aanlegt, warmte inkoopt en uitlevert. Er zijn ook tussenvormen, waarin gemeenten met marktpartijen samenwerken en de risico’s proberen te delen. In die gevallen is het afhankelijk van welke opdracht er wordt verleend – een concessie of een werkenopdracht, of een publiek-privaat net – welke aanbestedingsregels er gelden. Ook in die gevallen waarin er geen aanbestedingsplicht geldt, is het toch aan te raden transparantie te betrachten. De conclusie was:

“Regels rond aanbestedingen en staatsteun, als er gekozen wordt voor een publiek-privaat warmtenet, zijn aandachtspunten maar geen showstoppers.”

Praktijkvoorbeelden | Henry Staal

Veel gemeenten hebben de ontwikkeling van warmtenetten op het netvlies, aldus Henry Staal. Maar welke rol neem je als gemeente in? In alle behandelde cases tijdens het seminar is te zien dat gemeenten gedurende het proces van rol switchten. Het marktinitiatief bleek onrendabel te zijn. De resultaten van de aanbesteding bleken tegen te vallen. Maar ook: het marktinitiatief wilde niet dat er geparticipeerd werd door de gemeente. Veel hangt af van lokale omstandigheden. Ligt er een warmtevisie? Heeft het ambtelijk en bestuurlijk apparaat voldoende kennis om meer te doen dan faciliteren? Welke ambities zijn er?

Onze ervaring is dat veel gemeenten nu een zwaardere rol verkennen om te voorkomen dat het laaghangend fruit geplukt is zonder perspectief voor het hooghangend fruit. Wij zien dit als een positieve ontwikkeling die past bij de regierol die het Klimaatakkoord gemeenten toedicht. De noodzakelijke uitkomst is daarbij niet per se deze zwaardere rol, maar kan ook een uitgewerkte visie met bijbehorende uitgangspunten zijn op basis waarvan marktinitiatieven gefaciliteerd kunnen worden.

Kennis blijven delen

Wij kijken terug op een nuttig, leerzaam en leuk seminar. Wij vinden het belangrijk om kennis te blijven delen. Dit doen wij onder andere via onze website, social media en nieuwsbrief. Dus wilt u op de hoogte blijven? Volg ons op Linkedin of Twitter en of schrijf u in voor één van onze nieuwsbrieven of eventmailing.