Zorgverleners opgelet: aantekening ‘passantencontact’ moet in apart dossier!

Als het goed is vertel ik u niets nieuws als ik zeg dat u bij de behandeling een patiëntendossier moet inrichten en dat u in dat dossier aantekeningen moet maken omtrent de gezondheid van de patiënt en de uitgevoerde verrichtingen. Ook moet u in het dossier eventuele andere gegevens opnemen die voor een goede hulpverlening aan de patiënt noodzakelijk zijn (artikel 7:454 lid 1 BW). Maar wat nu als de patiënt u vraagt een familielid voor een consult te zien. Moet u dan een apart dossier aanmaken? Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg vindt van wel.

In de zaak waarover het Tuchtcollege moest oordelen, ging het om een vader die zijn huisarts vroeg zijn zoon te onderzoeken vanwege vermeende mishandeling door de moeder. De huisarts gaf aan dat verzoek gehoor en schreef vervolgens in het dossier van de vader: ‘zoon E. 12-3-2020 Ruzie gehad met moeder en daarna weggelopen. Krassen binnenzijde beide armen li>re. Dunne legerbroek gescheurd van kruis tot onderbeen link. E. geeft kalm aan dat hij bij vader wil zijn en niet bij moeder. Hij is reeds vaker weggelopen van huis.’ Deze journaalregel heeft de huisarts vervolgens aan de vader meegegeven, waarna de vader de regel inbracht in een gerechtelijke procedure tegen de moeder.

De moeder vindt dat de huisarts hiermee tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en dient een klacht in bij het Tuchtcollege. Zij stelt zich onder meer op het standpunt dat de huisarts de medische informatie over haar zoon, die ook contextuele persoonsgegevens van haarzelf bevatte, niet had mogen verstrekken aan de vader.

Het Centraal Tuchtcollege is dat met de moeder eens en overweegt dat het bij een ‘passantencontact’ (zoals hier aan de orde) gebruikelijk is om een apart dossier voor de passant aan te leggen. De huisarts had de informatie over de minderjarige zoon in ieder geval niet in het dossier van de vader mogen opnemen. Daarnaast had de huisarts de informatie ook niet aan de vader mogen verstrekken. Dit geldt volgens het Tuchtcollege zowel voor de feitelijke informatie maar zeker ook voor informatie waarin sprake is van een (weliswaar summier en impliciet) waardeoordeel.

Het Tuchtcollege acht het klachtonderdeel dan ook gegrond en oordeelt dat qua maatregel een waarschuwing passend en toereikend is.

Uit voornoemde uitspraak blijkt dat u bij een passantencontact beter het zekere voor het onzekere kunt nemen en een nieuw dossier kunt aanmaken en dat u de gegevens uit het passantencontact dus niet moet toevoegen aan een bestaand dossier van een andere patiënt. Wilt u hier meer over weten? Neemt u dan gerust contact met mij op.