Melinda Gayir - 09-11-2023

Raadsbetrokkenheid bij buitenplanse activiteiten: Panta rhei, maar toch verandert er iets!


Ook de raadsbetrokkenheid bij buitenplanse activiteiten wordt onder de Omgevingswet (hierna ook: ‘Ow’) in een nieuw jasje gestoken. Zo spreken we niet langer van een verklaring van geen bedenkingen (hierna: ‘vvgb’), maar hebben we het straks over een bindend adviesrecht. De afbakening van de bevoegdheid blijft evenmin bij het oude. Wat verandert er nog meer?

Het oude systeem

• Om met een omgevingsvergunning buitenplans af te wijken van het bestemmingsplan, heeft het college van burgemeester en wethouders (hierna: 'het college') veelal een vvgb van de gemeenteraad nodig (artikel 2.27 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 6.5 Besluit omgevingsrecht).

NB. De gemeenteraad is het orgaan dat het bestemmingsplan vaststelt. Het ligt daarom voor de hand dat de afweging over het buitenplans afwijken ook door de gemeenteraad wordt gemaakt. Anders zou de bevoegdheid van de raad ondergraven kunnen worden.

• Om het werkbaar te houden mag de gemeenteraad gevallen aanwijzen waarin een vvgb niet nodig is (artikel 6.5, lid 3, Besluit omgevingsrecht). Het college beslist in die gevallen zonder tussenkomst van de raad op de aanvraag.

• De gemeenteraad kan de vvgb alleen weigeren als hij ruimtelijk relevante bedenkingen heeft. Het college is vervolgens gebonden aan het besluit van de gemeenteraad. Dit betekent dat het college de vergunning niet mag verlenen als er bedenkingen zijn van de raad. Het college mag de vergunning niet weigeren vanwege een onderwerp waarover de raad geen bedenkingen heeft.

• Op aanvragen om buitenplans af te wijken van het bestemmingsplan is de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing. De vvgb is daar onderdeel van. Het ontwerpbesluit over de vvgb (van de gemeenteraad) en het ontwerpbesluit over de vergunning (van het college) moeten gelijktijdig ter inzage worden gelegd.

Het nieuwe systeem

• De gemeenteraad heeft onder de Omgevingswet een bindend adviesrecht bij aanvragen om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (artikelen 16.15a en 16.15b Ow).

• Om gebruik te kunnen maken van dit bindend adviesrecht moet de gemeenteraad gevallen aanwijzen waarover hij zijn adviesbevoegdheid wil uitoefenen (artikel 4.21 lid 1 Omgevingsbesluit).

• De gemeenteraad bepaalt dus zelf bij welke buitenplanse omgevingsplanactiviteiten het college zijn advies moet inwinnen. Op deze manier kan de gemeenteraad naar eigen inzicht zijn invloed en mate van betrokkenheid bij de vergunningverlening vergroten of verkleinen.

• Het advies van de raad moet door het college op grond van artikel 16.15b Ow in acht worden genomen. De raad mag bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor een aangewezen buitenplanse omgevingsplanactiviteit niet gepasseerd worden door het college.

• Heeft de gemeenteraad een geval (op het moment van de aanvraag) niet aangewezen? Dan heeft de gemeenteraad in principe geen adviesrecht. Het college bepaalt in dat geval of en, zo ja, hoe de raad alsnog bij de besluitvorming wordt betrokken.

• In beginsel is de reguliere voorbereidingsprocedure op de aanvraag van toepassing. De advisering van de raad moet in principe binnen de beslistermijn van 8 weken plaatsvinden. De beslistermijn kan eenmalig met 6 weken worden verlengd. Het kan ook zijn dat de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van toepassing is verklaard op een specifiek geval. Als het advies niet tijdig wordt uitgebracht, staat het enkel ontbreken daarvan niet in de weg aan het nemen van een besluit (artikel 3:6, lid 2, Awb). Dit is een belangrijke verandering. Concreet betekent dit namelijk dat de raad door het college gepasseerd kan worden, als de raad te laat is.

Kortom

De gemeenteraad moet niet alleen nadenken over de gevallen waarover hij al dan niet een bindend advies wil afgeven. Ook moet hij nadenken over de mate waarin hij betrokken wil zijn bij buitenplanse omgevingsplanactiviteiten en de doorlooptijd van het uitbrengen van een advies. Het lokale vergaderstelsel en de vergaderfrequentie kan hierbij bepalend zijn.

Graag geef ik nog mee dat het huidige raadsbesluit ‘aanwijzingslijst gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen nodig is’ zal vervallen. Regelt de gemeenteraad niets, dan hoeft het college dus geen advies in te winnen bij de raad over buitenplanse activiteiten.

Meer weten?

Wilt u meer weten over de gevolgen van de Omgevingswet voor uw organisatie, plan of project? Onze advocaten denken graag met u mee.

Deze bijdrage maakt deel uit van de blogreeks ‘Klaar voor de Omgevingswet’.