Muriel Middeldorp - 13-11-2018

Onwenselijke WWZ-gevolgen gerepareerd door de Wet Arbeidsmarkt in Balans

Op 7 november jl. heeft Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een wetsvoorstel (de WAB) naar de Tweede Kamer gestuurd. Volgens de toelichting moet de WAB de verschillen tussen vast en flexwerk te verkleinen. Maar het wetsvoorstel houdt ook een reparatie van de belangrijkste “uitwassen” van de WWZ in. Een korte samenvatting:

  • Ontslag wordt ook mogelijk als er sprake is van een optelsom van omstandigheden, de zogenaamde cumulatiegrond. Nu nog moet de werkgever aan één van de acht in de wet genoemde ontslaggronden volledig voldoen. Deze nieuwe negende grond geeft de rechter de mogelijkheid omstandigheden te combineren en dan tegelijk aan de werknemer maximaal een halve transitievergoeding extra toe te kennen (dus de oude C= 1,5, maar dan wel over de transitievergoeding).
  • Werknemers krijgen vanaf dag 1 recht op een transitievergoeding en dus ook als de relatie al tijdens de proeftijd eindigt door toedoen van de werkgever. De transitievergoeding is dan wel laag. Volgens de letter van de wet is die bij een beëindiging in de eerste maand 1/36 maandsalaris – mogelijk volgen nog uitvoeringsregels. Daartegenover wordt de opbouw van de transitievergoeding bij lange dienstverbanden juist lager, namelijk voor iedereen 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar.
  • Biedt de werkgever meteen een vast contract aan? Dan mag de proeftijd vijf maanden zijn! En bovendien gaat dan de WW-premie voor die werkgever naar beneden.
  • We gaan weer (bijna helemaal) terug naar de oude ketenregeling: drie tijdelijke contracten in drie jaar, terwijl de pauze bij CAO kan worden verkort van zes naar drie maanden als er sprake is van terugkerend tijdelijk werk dat maximaal negen maanden per jaar kan worden gedaan (denk aan bollenseizoen of strandwerk). En in het primair onderwijs worden de teugels nog verder gevierd.
  • De equal pay regels gaan ook gelden voor werknemers die op payrollbasis werken. Ook zij krijgen dus minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden als de eigen werknemers van de opdrachtgever. Ook krijgen ze recht op een adequaat pensioen. Dat laatste is echt nieuw maar kent u veel payrollers die onderbeloond werden?
  • Oproepkrachten moeten minstens vier dagen van tevoren worden opgeroepen door de werkgever en zij houden recht op loon als het werk minder dan vier dagen van tevoren wordt afgezegd. De termijn van vier dagen kan echter bij CAO worden verkort tot één dag. Leuk onderhandelingspunt voor de bonden!
    Er komt een regeling voor kleine werkgevers om de transitievergoeding te compenseren als ze hun bedrijf moeten beëindigen wegens pensionering of ziekte. En u weet het: de Eerste Kamer stemde al eerder in met een compensatie van de transitievergoeding na twee jaar ziekte (ook voor grote werkgevers).