Jurne Adrichem - 30-01-2024

Nieuw besluit? Eérst herroepen!

In ABRvS 20 december 2023, ECLI:NL:RVS:2023:4758 gaat het om de vraag of het college twee keer heeft beslist op een aanvraag en daarmee heeft gehandeld in strijd met het bestuursprocesrecht. De achtergrond van deze zaak is als volgt.

Achtergrond

Een maatschap is eigenaar van een perceel en wil op dit terrein 144 arbeidsmigranten huisvesten. Daartoe is een omgevingsvergunning aangevraagd voor het bouwen van woningen voor 144 personen. Het college van burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas (hierna: 'het college') heeft deze vergunning – in eerste instantie - verleend bij besluit van 6 december 2018. Bij het toekennen van de omgevingsvergunning is het college ervan uitgegaan dat de aanvraag in overeenstemming is met de geldende regels van het bestemmingsplan ter plaatse.

Naar aanleiding van ingediende bezwaren door een derde belanghebbende heeft het college zich tijdens de bezwaarprocedure op het standpunt gesteld dat het besluit van 6 december 2018 op onjuiste gronden was genomen. Bij nader inzien is de aanvraag behandeld als een aanvraag in strijd met het bestemmingsplan, en is alsnog de uniforme openbare voorbereidingsprocedure toegepast. Uiteindelijk is de aanvraag bij besluit van 19 augustus 2019 alsnog geweigerd.

Het oordeel van de rechtbank

Volgens de rechtbank heeft het college de omgevingsvergunning bij besluit van 19 augustus 2019 terecht geweigerd. De rechtbank oordeelde dat het college een nieuw besluit op de aanvraag heeft genomen, waarbij de aanvankelijk verleende omgevingsvergunning is ingetrokken en vervangen door een weigering.

De maatschap is het niet eens met deze uitspraak en heeft daarom hoger beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: 'de Afdeling').

Het oordeel van de Afdeling

Volgens de maatschap heeft het college gehandeld in strijd met het bestuursprocesrecht, omdat het parallel aan de bezwaarprocedure een nieuw besluit op dezelfde aanvraag heeft genomen, zonder het besluit van 6 december 2018 te herroepen. De Afdeling is het hiermee eens en oordeelt – anders dan de rechtbank - dat uit het besluit van 19 augustus 2019 niet volgt dat het eerdere besluit van 6 december 2018 is ingetrokken. Het college heeft namelijk opgemerkt dat het besluit alsnog werd geweigerd, zonder daarbij het eerdere besluit te herroepen. Daarmee heeft het college tweemaal op de aanvraag beslist, hetgeen niet is toegestaan.

Het college had naar aanleiding van het ingediende bezwaar een besluit op bezwaar moeten nemen waarbij het bezwaar gegrond wordt verklaard. Tevens had het college het besluit van 6 december 2018 moeten herroepen en aansluitend een uniforme openbare voorbereidingsprocedure moeten starten, voordat het een nieuw besluit op de aanvraag kon nemen. Door niet als zodanig te handelen, heeft het college in strijd gehandeld met artikel 7:11 van de Awb.

De Afdeling verklaart het hoger beroep gegrond, vernietigt het besluit van 19 augustus 2019 en herroept het besluit van 6 december 2018. Het college is vervolgens aan zet om een nieuw besluit te nemen, waarbij de Afdeling het college een aantal overwegingen meegeeft die in acht moeten worden genomen.

Conclusie

Artikel 7:11 van de Awb regelt dat, voor zover de heroverweging van het besluit daartoe aanleiding geeft, het bestuursorgaan het bestreden besluit herroept en, voor zover nodig, in de plaats daarvan een nieuw besluit neemt. Het hangende bezwaar nemen van een nieuw besluit waarin de aanvraag alsnog wordt geweigerd, brengt niet automatisch met zich mee dat het oorspronkelijke besluit wordt herroepen of ingetrokken. In zo'n geval moet een bestuursorgaan het oorspronkelijke besluit dus eerst actief herroepen alvorens zij een nieuw besluit neemt.

Deze bijdrage is ook gepubliceerd in de Nieuwsbrief Omgevingsrecht van SDU.