Natuurherstelwet aangenomen
NATUURHERSTELWET AANGENOMEN | Een belangrijke dag voor de Europese natuur: de Raad van de Europese Unie heeft vandaag vóór de Natuurherstelwet gestemd.
Nederland stemde tegen
De Raad van de Europese Unie gaat – samen met het Europese Parlement – over EU-wetgeving. (Dit is dus een andere Raad dan de Europese Raad; die houdt zich niet bezig met EU-wetgeving maar maakt wel een onderdeel uit van de Europese Unie. Overzichtelijk toch?) De Raad bestaat uit de 27 nationale ministers van milieu (of vergelijkbaar, in ons geval de minister van natuur en stikstof). Die zijn vandaag samen in Luxemburg tijdens de Europese Milieuraad. Onze minister van natuur en stikstof Christianne van der Wal heeft vandaag, in opdracht van de Tweede Kamer, naar eigen zeggen “met grote tegenzin” tegen de verordening gestemd.
Je denkt nu misschien: “Maar daar is recent toch al over gestemd?” Dat klopt, in februari heeft het Europees Parlement de verordening goedgekeurd. En vandaag was het dus het laatste woord aan de Raad.
Waar gaat het over?
De Natuurherstelwet waarover vandaag is gestemd, is een sterk afgezwakte versie van het oorspronkelijke voorstel. De verordening lijkt geen consequenties te verbinden aan de niet-naleving van de voorgeschreven maatregelen die zien op de instandhouding van de kwaliteit van de natuurgebieden (hoofdstuk 2 – artikelen 4 t/m 10). Daarnaast bevat de verordening diverse uitzonderingsmogelijkheden, bijvoorbeeld als afwijking nodig is voor “projecten van groot openbaar belang waarvoor geen minder schadelijke alternatieve oplossingen beschikbaar zijn” (artikel 4 en 5 lid 8-c). Hierbij kan worden gedacht aan bouwprojecten.
Niettemin hebben de lidstaten die voor de verordening hebben gestemd vandaag een duidelijk signaal afgegeven: zij willen waarde hechten aan de instandhouding en verbetering van de natuur en de biodiversiteit in de Europese Unie, en zichzelf daar ook verplichtingen voor opleggen. De verordening bevat concrete jaartallen waarvoor diverse verbeterpercentages dienen te zijn behaald. De lidstaten moeten nu aan de slag met het maken van een nationaal herstelplan (artikel 12); daarin moeten zij uitleggen hoe zij ervoor gaan zorgen dat zij voor 2030 al 30% herstel zullen hebben bereikt van de natuurgebieden die niet in goede staat verkeren. Het uiteindelijke doel is een verbetering van ten minste 90% in 2050.
Wat gaat er nu gebeuren?
De verordening heeft na inwerkingtreding rechtstreekse werking in alle lidstaten van de Europese Unie. Wanneer de verordening precies in werking treedt is nog niet bekend, dit is 20 dagen nadat de verordening bekend is gemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (artikel 23).