Melinda Gayir - 21-11-2023

Het Nederlandse en Belgische relativiteitsvereiste vergeleken

Het relativiteitsvereiste in het Nederlandse bestuursrecht beperkt de effectieve toegang tot de bestuursrechter, anders dan in België, niet. Dit blijkt uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ‘de Afdeling’) van 1 november 2023.

Aanleiding

De zaak die tot de uitspraak heeft geleid gaat over de bezwaren van twee hotels tegen een plan en een omgevingsvergunning voor een nieuw hotel met casino langs de A2 in Weert.

Volgens de twee hotels is het relativiteitsvereiste in artikel 8:69a Algemene wet bestuursrecht (hierna: ‘Awb’) in strijd met de artikelen 6 en 13 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: ‘EVRM’). Daarin is het recht op toegang tot de rechter en het recht op een effectief rechtsmiddel geregeld. Ter onderbouwing van dit standpunt verwijzen de hotels naar een recent arrest van het Grondwettelijk Hof van België (hierna: ‘GHBE’).

Dat arrest gaat over artikel 35 van het decreet betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (hierna: ‘DBRC-decreet’). Daarin staan sinds 2021 drie eisen waaraan rechtzoekenden moeten voldoen om een omgevingsvergunning vernietigd te krijgen, namelijk: (1) de eis van belangenschade; (2) de relativiteitseis, en (3) de attentieplicht. Het GHBE oordeelde in april 2023 dat de combinatie van de eis van belangenschade en de relativiteitseis in strijd is met artikelen 6 en 13 EVRM.

De hotels menen dat het Nederlandse relativiteitsvereiste dezelfde inhoud en strekking heeft als het Belgische relativiteitsvereiste, zodat de Afdeling tot dezelfde conclusie zou moeten komen. De Afdeling geeft de hotels geen gelijk. Het Nederlandse en Belgische systeem verschillen volgens de Afdeling op aanzienlijke en relevante punten van elkaar. Ik zet de verschillen hieronder op een rijtje.

Aanzienlijke en relevante verschillen

Nederland

Het relativiteitsvereiste uit artikel 8:69a Awb bepaalt dat je je niet kunt beroepen op normen die niet zijn geschreven ter bescherming van jouw belangen. Zo kun je als omwonende van een nieuw te realiseren gebouw niet succesvol stellen dat de vluchtwegen in het gebouw te smal en langwerpig zijn, en de omgevingsvergunning daarom nooit verleend had mogen worden. De normen over vluchtwegen in gebouwen zijn namelijk geschreven ter bescherming van de gebruikers van dat gebouw en niet ter bescherming van de belangen van omwonenden.

Er bestaan een aantal uitzonderingen op dit uitgangspunt, waaronder de verwevenheidscorrectie. De verwevenheidscorrectie houdt in dat het relativiteitsvereiste niet wordt tegengeworpen als het belang van een rechtzoekende zo is verweven met het algemene belang dat een rechtsnorm beoogt te beschermen, dat niet kan worden gezegd dat de rechtsnorm kennelijk niet beoogt het belang van de rechtzoekende (mede) te beschermen.

Te denken valt aan een bewoner in de directe nabijheid van een Natura 2000-gebied, die zich verzet tegen een nieuwe ontwikkeling met een beroep op de natuurbeschermingsregels. De natuurbeschermingsregels zijn geschreven om de natuurwaarden in Natura 2000-gebieden te beschermen. Het belang van de bewoner is het behoud van een goede kwaliteit van zijn leefomgeving. Het behoud van een goede kwaliteit van de leefomgeving van de bewoner, waarvan een Natura 2000-gebied deel uit kan maken, kan zo verweven zijn met het algemene belang dat de natuurbeschermingsregels beogen te beschermen, dat niet kan worden gezegd dat de natuurbeschermingsregels kennelijk niet strekken tot bescherming van de belangen van de bewoner. In dat geval vindt in Nederland dus toch een inhoudelijke beoordeling plaats.

België

Het relativiteitsvereiste van artikel 35 DBRC-decreet, schrijft voor dat je belang moet hebben bij het beroep. Dit is in Nederland ook zo (artikel 1:2 Awb). Vervolgens moet je, anders dan in Nederland, belang hebben bij het middel (de eis van belangenschade). Daar bovenop geldt de relativiteitseis, waarbij alleen wordt gekeken naar de belangen die de ingeroepen normen beogen te beschermen. Zonder correcties dus.

Kortom

In de Belgische kwestie is een streep door artikel 35 DBRC-decreet gezet, vanwege het combineren van de eisen van belangenschade en relativiteit. De combinatie maakt dat de toegang tot een effectief rechtsmiddel niet gegarandeerd kan worden. In Nederland kennen wij deze combinatie niet. Verder passen we in Nederland een aantal uitzonderingen toe, waar de verwevenheidscorrectie er één van is. Aanzienlijke en relevante verschillen dus.

Deze bijdrage is ook gepubliceerd in de Nieuwsbrief Omgevingsrecht van SDU.