Marieke Dankbaar, Jan Coen Binnerts - 20-04-2020

NOW en subsidiesystematiek: binnen welke bandbreedte vraag je subsidie aan?

De werkgever die een beroep doet op de NOW-regeling, moet – uiterlijk op 31 mei a.s. – een uitspraak doen over de door hem verwachte omzetdaling in een door hem te kiezen driemaandsperiode, gelegens tussen 1 maart en 31 juli a.s.. Stel dat hij kiest voor de maanden mei-juni-juli, dan is die omzetdaling nog in belangrijke mate toekomstig en dus onzeker. Een werkgever zal een bandbreedte in het hoofd hebben, waarbinnen de omzet in alle redelijkheid uit zou kunnen komen, maar meer niet. Een verstandige werkgever doet er goed aan om bij zijn aanvraag uit te gaan van de onderkant van die bandbreedte en een daarmee corresponderende hoge omzetdaling aan te geven. Waarom?

Doorgeven van een hoge omzetdaling

Het hanteren van de onderkant van de bandbreedte leidt dan tot een hoge verlening en een daarmee corresponderend hoger voorschot van 80% van dat verleende bedrag. Mocht uiteindelijk de omzetdaling meevallen en de aanvraag tot vaststelling van de subsidie – die moet worden gedaan binnen 24 weken na het einde van zijn driemaandsperiode, dus  in het voorbeeld uiterlijk 14 januari 2021 – leiden tot de vaststelling van een lager definitief subsidiebedrag, dan moet de werkgever hetgeen hij op voorschot teveel heeft ontvangen, uiteraard terugbetalen. Als daar maar rekening mee wordt gehouden is dat geen probleem en het hogere voorschot heeft hem dan ondertussen wel liquiditeit verschaft.

Doorgeven van een optimistische omzetdaling

Zou de werkgever echter een achteraf te optimistische verwachting van zijn omzetontwikkeling in de aanvraag tot verlening uitspreken, dan leidt dat tot een relatief laag voorschot. Het is dan wel de vraag of achteraf dan alsnog een hoger bedrag kan worden toegekend. De staatssecretaris gaat daar in het antwoord op Kamervragen wel van uit. Maar de subsidietitel in de Algemene wet bestuursrecht en de daarop gebaseerde jurisprudentie lijken het niet mogelijk te maken om de subsidie bij vaststelling op een hoger bedrag te bepalen dan waarop het verleningsbesluit en aldus het voorschot zijn gebaseerd. Het lijkt erop dat aan deze discrepantie tussen wet en jurisprudentie en de bedoeling van de NOW-regeling om een hogere vaststelling wel degelijk mogelijk te maken, geen echte aandacht is besteed.

Een nieuwe aanvullende verleningsaanvraag is niet mogelijk – het aanvraagtijdvak is immers verstreken – en de werkgever loopt dan dus een risico onnodig  geld mis te lopen. Hij is dan afhankelijk van de bereidheid van het UWV om de oorspronkelijke verleningsbeslissing ambtshalve aan te passen c.q. te verhogen, of simpelweg maar de door de staatssecretaris voorgestelde route te lopen. Hoe het UWV daar mee zal omgaan, is nog niet helder.

Geen oproep tot fraude

Het hier gestelde is géén oproep tot fraude. Niemand kan in  de toekomst kijken en zeker niet in deze periode. Een werkgever heeft dus een zekere marge bij het aangeven van een omzetverwachting c.q. verwachte omzetdaling. Het advies is om die marge goed te gebruiken.